Chape 205
Chape is een droog, gebruiksklaar zand-cement mengsel, voor het leggen van cementgebonden dekvloeren zowel binnen als buiten, en voor het leggen van een funderingslaag bij vloer- en tegelwerken.
Verbruik: ca. 525 L per ton droge mortel.
Technical information
Toepassingsgebied
Chape 205 is geschikt voor:
- het plaatsen van cementgebonden dekvloeren, zowel binnen als buiten,
- het leggen van een zand-cement funderingslaag bij vloer- of betegelingswerken,
- het stabiliseren van niet verharde ondergronden.
Samenstelling
Chape 205 is een homogeen mengsel samengesteld uit zand, bindmiddelen en hulpstoffen om de morteleigenschappen te verbeteren:
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand 0/4 mm volgens EN 13139.
- Hulpstoffen: ter optimalisatie van de verwerkbaarheid.
Kleur
Grijs.
Eigenschappen
Chape 205 is een droog, gebruiksklaar, voorgemengd zand-cement mengsel voor het leggen van cementgebonden dekvloeren.
- Mengklaar
- Product geformuleerd met industriële regelmaat
- Makkelijk te verwerken
- Geoptimaliseerde samenstelling
- Zowel binnen als buiten te gebruiken
Voorbereiding ondergrond
- Voor hechtende chapes:
De stabiele cementgebonden ondergrond moet proper en rein zijn; ontdaan van alle niet hechtende onderdelen zoals olie- en vetsporen, cementsluier, andere oppervlakteverontreinigingen en loszittende delen.
De ondergrond voorbevochtigen en behandelen met een raaplaag:
*Betolatex met water (1:1) aanlengen en dit mengsel mengen met zand/cement (1:1). Goed in de ondergrond borstelen en daarop nat-in-nat Chape 205 aanbrengen.
Optioneel, voor een optimale warmtegeleiding en hechting van de chape, een verhouding van 1 deel Betolatex voor 3 delen water respecteren als aanmaakwater voor de chape. Chape 205 nat in nat aanbrengen op de hechtlaag.
* of Cera’grip HB over het hele oppervlak intensief in de cementgebonden ondergrond borstelen. Chape 205 nat-in-nat aanbrengen.
- Voor niet hechtende / zwevende chapes:
Breng een zo vlak mogelijke waterdichte folie (0,2 mm) aan. Zorg ervoor dat de naden elkaar minstens 10 cm overlappen. Optioneel kan voor een optimale warmtegeleiding van de chape, het aanmaakwater verbeterd worden door een verhouding van 1 deel Betolatex voor 4 delen water te respecteren.
Voorzie steeds randstroken (5 mm dikte) tegen opstaande wanden en kolommen.
Nooit werken op bevroren, ontdooiende ondergrond of bij risico op vorst binnen de 24 uur.
Voorbereiding mengsel
- Zak:
Chape 205 vermengen met ongeveer 8 % zuiver water voor een aardvochtig mengsel (ong. 2 L water per zak van 25 kg).
Bij voorkeur mechanisch mengen tot de geschikte consistentie is bekomen. De specie moet homogeen en klontervrij zijn.
Na aanmaak van het mengsel dient de chape verwerkt te worden binnen ong. 2 uur (bij een omgevingstemperatuur van +20 °C).
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
- Silo:
In geval van verwerking d.m.v. het Cantillana Silomix systeem, verwijzen we naar de verwerkingsvoorschriften hieromtrent. Deze zijn verkrijgbaar op eenvoudig verzoek.
Verwerken
Constructievoegen dienen te worden doorgetrokken in de dekvloer en de dilatatievoegen moeten worden gerespecteerd. De omtrek is voorzien van randvoegen.
Indien nodig wapeningsnet plaatsen. Het net wordt geplaatst op ong. 2/3 van de totale chapedikte. De chapemortel wordt uitgespreid en op niveau gebracht met een aftrekregel. Met een strijkbord wordt het oppervlak effen geschuurd.
De vloerbekleding (tegels, tapijt, linoleum, parket, laminaat) kan pas aangebracht worden als de dekvloer voldoende droog is. De droogtijd is ong. 1 week per cm dikte.
Het maximum vochtgehalte moet
Tijdens het plaatsen en het verhardingsproces van de chape, mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan +5 °C en niet hoger dan +30 °C. Na verwerking onmiddellijk alle gereedschappen reinigen met water. Uitgeharde dekvloermortel kan enkel nog mechanisch worden verwijderd.
Nabehandeling
Het oppervlak beschermen tegen tocht en uitdroging dmv. een gepaste nabehandelingsmethode (plasticfolie, natte jute, bevochtigen, enz.).
Het werk beschermen tegen koude, slagregen, wind en temperaturen boven +30°C.
Verbruik
Opbrengst:
- ± 525 L specie per ton droge chape,
- ± 13 L specie per 25 kg droge chape.
Verpakking
Chape 205 is verpakt:
- in papieren zakken van 25 kg, gestapeld op palletten (1200 kg per pallet) met een beschermhoes,
- in big bags van 1200 kg,
- in silo.
De verpakking kan per land verschillen.
Opmerking
De uitvoering van de werken dienen te beantwoorden aan de Technische Voorlichtingen van het WTCB (TV 189) en van deze technische fiche.
Classificatie
CT-C7-F1 volgens EN 13813.
Afvalverwerking
De verpakking (Big Bag) dient op de juiste manier gerecycleerd te worden.
Veiligheidsrichtlijnen
Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.
Bewaring
De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.