Chape Light (30 % lichter) is geschikt voor:
- het plaatsen van lichtgewicht cementgebonden dekvloeren, zowel binnen als buiten,
- het storten van dekvloeren in combinatie met zwaluwstaartplaten (Lewisplaten) op houten balklagen,
- het renoveren en aanbrengen van chapes op platte daken (als licht hellend vlak aangebracht).
Electrische vloerverwarmingssystemen direct onder de tegels kunnen zonder probleem worden toegepast op Chape Light indien de chape voldoende droge is.
Chape Light mag niet worden toegepast voor vloerverwarmingssystemen die met warm watervoerende leidingen voorzien zijn.

Chape Light is een homogeen mengsel samengesteld uit cement, zand, lichte granulaten en vezels om de morteleigenschappen te verbeteren:
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaten: afgezeefd en hersamengesteld rivierzand 0/5 mm volgens EN 13139 en EN 12620. Lichtgewichttoeslagmaterialen volgens EN 13055.
- Vezels: polypropyleenvezels ter voorkoming van krimpscheuren en verhoging van de buigtreksterkte.

Grijs.

Chape Light is een droog, gebruiksklaar, voorgemengd zand-cement mengsel met vezels voor het leggen van lichtgewicht cementgebonden dekvloeren:
- 30% lichter dan een standaard dekvloer.
- Renovatie met gewichtsbeperkingen.
- Vezelversterkte ter voorkoming van krimpscheuren.
- Betere buigtreksterkte dan een traditionele dekvloer.
- Makkelijk te verwerken.
- Mengklaar.
- Product geformuleerd met industriële regelmaat.
- Geoptimaliseerde samenstelling.
- Zowel binnen als buiten te gebruiken.

- Voor hechtende chapes:
De stabiele cementgebonden ondergrond moet proper en rein zijn; ontdaan van alle niet hechtende onderdelen zoals olie- en vetsporen, cementsluier, andere oppervlakteverontreinigingen en loszittende delen.
De ondergrond voorbevochtigen en behandelen met een raaplaag:
*Betolatex met water (1:1) aanlengen en dit mengsel mengen met zand/cement (1:1). Goed in de ondergrond borstelen en daarop nat-in-nat Chape Light aanbrengen. Optioneel, voor een optimale warmtegeleiding en hechting van de chape, een verhouding van 1 deel Betolatex voor 3 delen water respecteren als aanmaakwater voor de chape.
Chape Light nat in nat aanbrengen op de hechtlaag.

* of Cera’grip HB over het hele oppervlak intensief in de cementgebonden ondergrond borstelen. Chape Light nat-in-nat aanbrengen.

- Voor niet hechtende / zwevende chapes:
Breng een zo vlak mogelijke waterdichte folie (0,2 mm) aan. Zorg ervoor dat de naden elkaar minstens 10 cm overlappen. Optioneel kan voor een optimale warmtegeleiding van de chape, het aanmaakwater verbeterd worden door een verhouding van 1 deel Betolatex voor 4 delen water te respecteren.

Voorzie steeds randstroken (5 mm dikte) tegen opstaande wanden en kolommen.
Nooit werken op bevroren, ontdooiende ondergrond of bij risico op vorst binnen de 24 uur.

Chape Light vermengen met ongeveer 15 % zuiver water (ca. 2,7 L water per zak van 18 kg) voor een aardvochtige consistentie.
Eerst 75 % van het water in de betonmolen of kuip gieten, daarna de droge mortel toevoegen en mengen.
Na één minuut, de rest van het water toevoegen en bij voorkeur mechanisch mengen minstens 3 minuten tot de geschikte consistentie is verkregen.
De specie moet homogeen, licht smeuïg en klontvrij zijn.
Na aanmaak van het mengsel dient de chape verwerkt te worden binnen 2 uren (bij een omgevingstemperatuur van +20 °C).
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.

Constructievoegen dienen te worden doorgetrokken in de dekvloer en de dilatatievoegen moeten worden gerespecteerd. De omtrek is voorzien van randvoegen. Indien nodig wapeningsnet plaatsen. Het net wordt geplaatst op ong. 2/3 van de totale chapedikte. De chapemortel wordt over het volledige oppervlak uitgespreid tot er voldoende materiaal is aangebracht voor de voorziene dikte en op niveau gebracht met een aftrekregel. Verdicht het aangebrachte materiaal. Met een strijkbord wordt het oppervlak effen geschuurd.

De vloerbekleding (tegels, tapijt, linoleum, parket, laminaat) kan pas aangebracht worden als de dekvloer voldoende droog is. De droogtijd is ong. 1 week per cm dikte.

Het maximum vochtgehalte moet

Tijdens het plaatsen en het verhardingsproces van de chape, mag de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de drager niet lager zijn dan +5 °C en niet hoger dan +30 °C.
Na verwerking onmiddellijk alle gereedschappen reinigen met water. Uitgeharde dekvloermortel kan enkel nog mechanisch worden verwijderd.

Het oppervlak beschermen tegen tocht en uitdroging dmv. een gepaste nabehandelingsmethode (plasticfolie, natte jute, bevochtigen, enz.).
Het werk beschermen tegen koude, slagregen, wind en temperaturen boven +30 °C.

Opbrengst:
- ± 700 L specie per ton droge chape,
- ± 12,5 L specie per 25 kg droge chape.

Chape Light is verpakt:
- in plastic zakken van 18 kg, gestapeld op palletten (972 kg per pallet) met een beschermhoes,
- in big bags van 1000 kg.

De uitvoering van de werken dienen te beantwoorden aan de Technische Voorlichtingen van het WTCB (TV 189) en van deze technische fiche.
De vermelde technische kenmerken werden bepaald door testen volgens de geldende normen en bewaarcondities.

CT-C16-F3 volgens EN 13813.

Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.

De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.