Betofill Fluid
Betofill Fluid is een droge, gebruiksklare, vloeibare, krimparme gietmortel met hoge eindsterkte. Deze kan gebruikt worden voor het opvullen van ruimtes tussen constructiedelen. Betofill Fluid kan eveneens toegepast worden voor het vastzetten van ankers, bouten en gerichte verankeringen, voor het opvullen van voorspankanalen en de voegen tussen betonelementen, voor het verankeren van vlakke voetplaten met grote afmetingen, met of zonder ribverstevigingen, en voor het verbinden van prefabelementen op stekeinden.
Betofill Fluid is standaard verkrijgbaar met granulometrie 0/4 mm.
Verbruik: ca. 525 L per ton droge mortel.
Technical information
Toepassingsgebied
Betofill Fluid is een droge, kant & klare, krimparme gietmortel voor het ondergieten van open ruimtes in de constructiedelen en reparatie van betonconstructies.
Betofill Fluid kan worden toegepast voor:
- vastzetten van ankers en bouten,
- opvullen van voorspankanalen en de voegen tussen betonelementen,
- verankeren/ondergieten van vlakke funderingsplaten met grote afmetingen met of zonder ribverstijvingen,
- verankeren van staalconstructies,
- verbinden van prefabelementen op wachtankers.
Samenstelling
Betofill Fluid is een homogeen mengsel van cement en hersamengesteld afgezeefd zand.
- Bindmiddelen: samengesteld Portlandcement volgens EN 197-1.
- Granulaat: afgezeefd hersamengesteld rivierzand volgens EN 13139 en EN 12620.
- Hulpstoffen: specifieke toeslagstoffen om de verwerkbaarheid, stabiliteit te verbeteren en de krimp van de gietmortel te reduceren.
Kleur
Grijs poeder.
Eigenschappen
-Eenvoudig gebruik (gebruiksklaar poeder)
-Hoge begin- en eindsterkte
-Krimpgecompenseerd
-Zelfverdichtend. Trillen of vibreren zijn niet nodig
-Geen segregatie of bleeding
-Hoge bestendigheid tegen vorst/dooi cycli
Voorbereiding ondergrond
Alvorens Betofill Fluid te verwerken, het betonnen hechtvlak reinigen (vet-, vuil-, vorst- en stofvrij maken).
Het betonnen hechtvlak dient draagkrachtig en ruw te zijn.
Te droge of te natte ondergronden kunnen leiden tot onvoldoende hechting.
De ondergrond dient tijdens verwerking matvochtig te zijn (geen verzadiging van de poriën).
Hiertoe de dag voorafgaand de ondergrond ruim bevochtigen.
Voor het aanbrengen van de gietmortel de bestaande betonnen ondergrond zonodig nogmaals bevochtigen, zodat er geen aanmaakwater uit de mortel wordt onttrokken. Waterstagnatie dient voor het aangieten verwijderd te worden.
De hechting tussen de ondergrond en de gietmortel kan tevens verbeterd worden door de gietmortel op de oude ondergrond in te borstellen en daarna nat in nat aan te gieten.
Bij reparaties van bestaande draagkrachtige betonnen ondergronden, deze eerst ontdoen van eventuele cementhuid en andere niet of slecht hechtende deeltjes die het monolitisch karakter van het geheel kunnen schaden, zonodig door middel van zandstralen / kogelstralen. De bekisting dient voor het vullen en ontluchten voldoende openingen te bieden.
Bekistingen zorgvuldig behandelen met bekistingsolie.
Nooit werken op bevroren of ontdooiende ondergrond, of bij risico op vorst binnen de 24 uur.
Voorbereiding mengsel
Betofill Fluid mengen met ca. 3,3 L (13,5% à 14,5%) proper water voor 25 kg poeder.
De menger eerst vullen met 2/3 van de benodigde hoeveelheid aanmaakwater, de mortel toevoegen en mengen.
Na circa een minuut de rest van het aanmaakwater toevoegen en minstens 4 minuten doormengen tot een homogene, klontvrije mortel, in de juiste consistentie. Gebruik nooit meer water dan maximaal is toegestaan.
Na verstijving door een begin van binding mag de mortel niet meer hermengd of aangelengd worden.
Ingeval van verwerking d.m.v. het Cantillana Silomix systeem, verwijzen we naar de verwerkinsvoorschriften hieromtrent. Deze zijn verkrijgbaar op eenvoudig verzoek.
Verwerken
De aangemaakte mortel binnen 30 minuten verwerken en na aanstijven niet meer opnieuw mengen.
Betofill Fluid verwerken bij temperaturen tussen +5 °C en +30 °C.
De kuip altijd leeg werken, voordat nieuwe mortel wordt aangemaakt.
Betofill Fluid altijd in één arbeidsgang zonder onderbrekingen verwerken (continu gieten) om luchtinsluitingen te voorkomen.
Nabehandeling
Tijdens de verwerking en de uitharding van de mortel, dient de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond / constructie zich tussen +5 °C en +30 °C te bevinden, en dit tot minstens 24 uur na het aanbrengen.
De vers aangebrachte gietmortel tijdens en gedurende enkele dagen na de werkzaamheden beschermen tegen wind, regen, zon en vorst.
Vers aangebrachte gietmortel adequaat beschermen tegen te snelle uitdroging, bijv. door afdekken met folie of toepassing van een curing compound.
Verbruik
Opbrengst van Betofill Fluid:
- ± 525 L gietmortel per ton droge mortel,
- ± 13 L gietmortel per 25 kg droge mortel,
- ± 10.5 L gietmortel per 20 kg droge mortel.
Verpakking
Betofill Fluid is verpakt:
- in plastic zakken van 20 kg, gestapeld op euro-palletten (1320 kg/pallet) met een beschermhoes.
- in papier zakken van 25 kg, gestapeld op euro-palletten (1200 kg/pallet) met een beschermhoes.
- in bigbag van 1200 kg (geldig voor Betofill 0/1; 0/2; 0/4),
- in silo (geldig voor Betofill 0/1; 0/2; 0/4).
Opmerking
Betofill Fluid is beschikbaar in 4 korrelgroottes : 0/1 mm, 0/2 mm, 0/4 mm en 0/10 mm.
Betofill Fluid is toepasbaar in volgende laagdiktes:
-Betofill 0/1: 0 tot 10 mm laagdikte
-Betofill 0/2: 0 tot 20 mm laagdikte
-Betofill 0/4: 20 tot 60 mm laagdikte
-Betofill 0/10: > 60 mm laagdikte
Classificatie
Betofill Fluid is een kimparme gietmortel K50 op basis van CUR- aanbeveling 24.
Milieuklasse:
- Klasse X: X0, XC4, XD3, XS3, XF4, XA2.
- klasse E: E0, E1, EE4, ES4.
Veiligheidsrichtlijnen
Voor meer informatie en advies over de veilige hantering, opslag en verwijdering van chemicaliën verwijzen wij naar de meest recente veiligheidsfiche. Deze bevat fysische, ecologische, toxicologische en andere veiligheidsgegevens.
Bewaring
De houdbaarheidstermijn in de originele, gesloten en onbeschadigde verpakking, droog opgeslagen en beschermd tegen vocht, bedraagt 12 maanden.